Wat is het verschil tussen bewindvoering, mentorschap en curatele?

Bewindvoering,  mentorschap  en curatele zijn verschillende maatregelen om mensen te beschermen die zelf geen goede beslissingen kunnen nemen. Bijvoorbeeld door een verstandelijke beperking, verslaving of dementie.

Bewindvoering voor financiële beslissingen.

Onderbewindstelling wordt uitgevoerd als iemand zijn financiële zaken niet meer zelf kan regelen. De bewindvoerder neemt beslissingen over het geld en de goederen van de betrokkene. Wie onder bewind staat, blijft handelingsbekwaam. Hij mag dus nog wel zelfstandig rechtshandelingen verrichten.

Mentorschap voor persoonlijke beslissingen.

Mentorschap is bedoeld voor mensen hun persoonlijke zaken niet meer zelf kunnen regelen. De mentor neemt beslissingen over de verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding van de betrokkene. Iemand die een mentor heeft, blijft handelingsbekwaam.

Curatele voor financiële en persoonlijke beslissingen.

Ondercuratelestelling wordt uitgevoerd als iemand zijn financiële zaken en persoonlijke zaken niet meer zelf kan regelen. Een curator neemt beslissingen over het geld en de goederen en over de verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding van degene die onder curatele staat.

Iemand die onder curatele staat, is handelingsonbekwaam. Dit betekent dat hij zonder toestemming van de curator geen rechtshandelingen kan verrichten die niet kunnen worden teruggedraaid. Bijvoorbeeld het kopen van een huis.

Curatele, bewind en mentorschap combineren.

Bewind en mentorschap kunt u tegelijk aanvragen. Ook kunt u eerst een bewind en later een mentorschap aanvragen of andersom. Het is niet mogelijk om naast een curatele ook een bewind of een mentorschap aan te vragen. Een curatele kan wel omgezet worden in een bewind of een mentorschap. Daarvoor moet u naar de kantonrechter.

Handelingsbekwaam of handelingsonbekwaam.

Iedereen van 18 jaar is volgens de wet meerderjarig en handelingsbekwaam, tenzij een persoon onder curatele is gesteld. Handelingsbekwaam betekent dat de persoon geen toestemming meer nodig heeft van zijn wettelijke vertegenwoordigers, ouder(s) met gezag of een voogd voor het verrichten van rechtshandelingen (bijvoorbeeld een huis kopen of huren).